Museum

Middeleeuwse pul

Slide

Veertiende eeuws aardewerk stond model voor bijzondere bierpul van Biermuseum Kampen

Door Alex de Jong @ Attest Communicatie

KAMPEN – Wat is biermuseumkampen.nl zonder ambachtelijke bierpullen? Daarom vroeg museumdirecteur Elise van Heck plaatselijke keramist Bastiaan Postma replica’s van 14 e eeuwse bierpullen te maken. De originele bierpul werd tientallen jaren geleden op de plek van het museum gevonden door de plaatselijke archeoloog Alexander Jager. Zijn puntgave opgegraven twee middeleeuwse bierpullen staan sindsdien te pronken in een vitrinekast in het biermuseum. ‘Meestal vind je scherven’, aldus de archeoloog. ‘Het gebeurt zelden dat je puntgave exemplaren vindt. Laat staan twee tegelijk!’

Voor Elise opnieuw een bewijs dat dit ‘eerste steenen langhuis van Kampen’ doordrenkt is met biergeschiedenis. Straks kunnen bezoekers van biermuseumkampen.nl uit de door Bastiaan Postma nagemaakte replica’s hun biertje drinken. ‘Daarvoor brouwen we op dit moment een speciale Hanze Tripel’, vertelt Elise. ‘Een stevig bier, in stijl met de aardewerken bierpul.’ Woensdag ontving Nieke Jansen haar eigen replica van deze 14 e eeuwse drinkbeker. De wethouder was zichtbaar in haar nopjes met de pul. Al kwam daar, vanwege het vroege tijdstip, geen geestrijk vocht in.

Fijne klei uit Duitsland

Eerder had de stadsarcheoloog hier aan de Voorstraat al restanten van hop gevonden; een hoofdbestanddeel van bier. Maar waar hier op deze plek zeker bier kan zijn gebrouwen, werden de aardewerken pullen beslist niet lokaal gemaakt, zo wist Jager te vertellen. ‘Hier in deze contreien werd een bepaalde specifieke kleisoort gevonden die uitermate geschikt was voor het maken van grote voorraadpotten, niet voor aardewerken bierpullen.’ Volgens de archeoloog kwamen de middeleeuwse bierpullen uit Duitsland. Met name rond Keulen waren immens veel pottenbakkers die van de daar gevonden fijne rivierklei drinkbekers maakten die aansluitend in grote getalen (internationaal) werden verkocht.

Voor keramist Bastiaan Postma, die doorgaans kunst maakt en geen gebruiksvoorwerpen, was het kopiëren van de veertiende eeuwse bekers nog ‘wel even een dingetje’. ‘Ik merk toch dat ik, terwijl ik aan het kopiëren ben, mijn eigen manier van het maken van een oortje hanteer…’ zo vertelde hij bijna verontschuldigend. Het viel de wethouder vooral op dat dit oortje helemaal bovenaan de beker zit. ‘Wel handig voor als je staat te praten’, zegt ze, waarbij ze de drinkbeker nonchalant aan haar vinger laat bungelen. ‘Je kunt niets morsen.’ Volgens de archeoloog was de vorm vooral ingegeven door economische motieven. ‘Dit was de mode. Je moest de bekers gemakkelijk in een oven kunnen stapelen. Hoe meer erin konden, hoe efficiënter.’

Henrick Aeltsz en kleindochters

Elise van Heck verhaalde enthousiast over dit vroegere onderkomen van handelaar,
burgemeester én bierbrouwer Henrick Aeltsz en zijn omvangrijke gezin. Nu een
biermuseum en een bijzonder sfeervol proeflokaal. Een plek waar het gerstenat, naar authentiek Middeleeuws recept, rijkelijk vloeit. Voorstraat 20. Het enige echte Biermuseum van Kampen. Een ideale plek om met collega’s, vrienden en liefhebbers te genieten van een bijzonder biertje met geheime ingrediënten. Twintig jaar geleden gered van de sloophamer, nu een pand dat steeds meer schatten uit de Middeleeuwen tentoonstelt. Zoals twee bijzondere bieren; Kamper Trots en Kamper Vreugd; ongefilterd en ongepasteuriseerd bier met nagisting op de fles. ‘Volgens kenners ongelooflijk lekkere speciaalbieren’, weet Elise. ‘Bovendien brouwen we onze bieren naar authentiek Middeleeuws recept, en ook daarmee zijn we uniek.’

Slecht drinkwater

Volgens historische archiefstukken zou het pand aan de Voorstraat van Kampen, op steenworp afstand van de IJsselkade, het eerste ‘steenen’ langhuis uit de 13 e /14 e eeuw zijn geweest. Het was het pakhuis én woonhuis van een rijke koopman. Koggeschepen brachten de man rijkdom en aanzien. Hij was als vooraanstaande burgervader bij machte vergunningen te verstrekken.

Normaal ‘drinkwater’ maakte mensen ziek. Om de dorst te lessen, dronk men daarom vooral wijn of bier. Als burgemeester en vergunningverlener, kende Henrick Aeltsz zichzelf het recht toe om op grote schaal bier te brouwen. ‘Ons pand aan de Voorstraat is daarmee één van de oudste brouwerijen van de stad Kampen’, aldus Elise. Henrick werd geholpen door zijn kleindochters Gese en Johanna Winter. Zij bouwden het bierimperium van de Kamper burgervader verder uit. ‘Bijzonder is dat een van deze dames bewust niet wenste te trouwen. In die tijd kwam je als je trouwde ‘in dienst’ bij de man en moest je je familierijkdom afstaan. Dat wilde zij niet. Dus bleef ze ongehuwd, zodat ze als vrouw onafhankelijk kon blijven’, vertelt de museumdirecteur. ‘Ik heb dit allemaal niet verzonnen, hoor. Ik kreeg dit allemaal cadeau met dit huis…’ Aan de wanden hangen informatieborden over de
geschiedenis van dit bijzondere pand, én een foto van de twee zusjes. ‘Dames die vanuit Quintus auditie hebben gedaan.’ ‘
Mooi hoe hier een verband ontstaat tussen het creatieve, de ambachtelijke bedrijvigheid en kunst. Mooi hoe dat hier met elkaar verbonden wordt’, aldus de wethouder.

Hanze Experience

‘We gaan de bierpul onderdeel maken van de Hanze Experience; want wat is er nu leuker dan uit zo’n bierpul hier je biertje te drinken?’, vult Elise aan. ‘We zijn de Hanze Triple aan het ontwikkelen, zodat je naast de bierpul een tripel van formaat hebt staan.’ Tripel bier kent zijn oorsprong bij Trappistenbrouwerij Westmalle. Hier brouwde men begin jaren ‘30 samen met de trappisten het eerste blondkleurige tripel bier, dat toen nog super bier werd genoemd. Dit superbier werd zo genoemd door z’n (super) sterke karakter. Een tripel is vaak een zwaar bovengistend bier met hergisting in de fles. Het alcoholpercentage ligt tussen de zeven en tien procent. Dit doordat er suiker of glucose wordt toegevoegd bij het brouwproces. Dit verhoogt niet alleen het alcoholpercentage, maar draagt ook bij aan de zoetige smaak van de tripel.

Of de bierpul ook in de vaatwasser kan, wil de verslaggever van De Stentor weten. ‘Nee, dat moet je nooit doen’, waarschuwt de wethouder lachend. ‘Dat doe je toch ook niet met je bierglazen? Dan slaat het bier dood!’